ABOUT REGGIE BAAY

Reggie Baay (Leiden, 1955) studeerde aan de Rijksuniversiteit Leiden, waar hij zich specialiseerde in de koloniale en postkoloniale literatuur en geschiedenis. Van 1985 tot 2005 was hij als redacteur verbonden aan het tijdschrift Indische Letteren en publiceerde hij vele artikelen op het gebied van koloniale geschiedenis en koloniale literatuur.


In 2005 verscheen zijn autobiografisch getinte roman De ogen van Solo; de geschiedenis van een Indische vader gezien door de ogen van een zoon. In 2008 verscheen De njai; Het concubinaat in Nederlands-Indië. Een studie over de geschiedenis van de Indische ‘oermoeder’, de inheemse concubine van de Europeaan in het koloniale Nederlands-Indië.

Het boek bracht zeer veel teweeg en mag taboedoorbrekend worden genoemd. Al binnen enkele weken na verschijning moest het dan ook worden herdrukt. Het boek werd in de landelijke pers uitvoerig besproken. ‘Een onmisbaar boek over ons koloniale verleden’ (NRC Handelsblad), ‘Een mooie en gedetailleerde studie van een vrijwel onbeschreven blad van de koloniale geschiedenis’ (Volkskrant), ‘Een klein monument voor de njai’ (Parool) en ‘Een gedegen historisch onderzoek, met prettige afstand, maar niet academisch, opgeschreven’ (Trouw), waren enkele kwalificaties die het boek ten deel vielen. Inmiddels is het boek ook in het Indonesisch vertaald.



In mei 2010 verscheen zijn Portret van een oermoeder. Beelden van de njai in Nederlands-Indië, een vervolg op De njai waarin de onbekende wereld van het koloniale concubinaat letterlijk in beeld wordt gebracht. Enkele reacties: 'Met dit werk, prachtig uitgegeven, zet de auteur de oosterse oermoeders krachtig op de kaart. Voorbij is de periode dat zij 'ongezien' waren.' (Jill Stolk, Den Haag Centraal) En:'Reggie Baay heeft in De njai; Het concubinaat in Nederlands-Indië , liefdevol een klein monument voor deze vrouwen opgericht. Nu zet hij er met Portret van een oermoeder; Beelden van de njai in Nederlands-Indië nog een monumentje naast.' (Parool). In november 2010 kwam vervolgens Ik ben / Aku adalah in boekvorm uit. Deze theatermonoloog, geschreven in opdracht van Toneelgroep De Appel in het kader van het theaterproject De Tuin van Holland. De mythe van de nationale identiteit, is een vlammend pamflet over identiteit. ‘Een prachtig lied van woede, wanhoop en hoop’, zo noemde Alain Pringels, dramaturg van Toneelgroep De Appel, deze monoloog.



In mei 2012 publiceerde Reggie Baay zijn nieuwe roman: Gebleekte ziel. Enkele reacties in de pers: '... de fictionalisering en de vertelwijze doen de lezer op zeer indringende wijze voelen wat er aan beschamends is gebeurd in deze uithoek van onze nationale geschiedenis. Tegen zo'n historische roman kan geen geschiedenisles op.' (Vrij Nederland). 'Reggie Baays hoofdpersoon is van die vervreemding tussen oost en west het tragische slachtoffer. Hij is oosters noch westers. Deze identiteitscrisis geeft de literaire traditie een nieuwe wending.' (NRC Handelsblad). En: 'Fascinerende roman. Het boeiendste boek van het afgelopen halfjaar.' (Literair Nederland).



Het boek Daar werd wat gruwelijks verricht, over de onbekende geschiedenis van de koloniale slavernij in Indië, verscheen op dinsdag 13 januari 2015. Drie dagen later publiceerde NRC Handelsblad al een recensie: 'In een bij vlagen meeslepend boek wordt aan de hand van treffende, vaak wrange anekdotes een veelal onbekend beeld geschetst van de 'koloniale' slavernij in Indië.' Waardering: 4 stippen (= zeer goed). Ook in België werd het boek goed ontvangen. Lode Vanoost van De Wereld Morgen schrijft in de aflevering van 8 april 2015 onder andere: 'Reggie Baay schreef met 'Daar werd wat gruwelijks verricht' een uitmuntend en cruciaal onderzoekswerk.'
En: 'Reggie Baay heeft met dit boek prachtwerk verricht dat Belgische onderzoekers kan inspireren om
hetzelfde te doen.'



Eind september 2018 verscheen de roman Het kind met de Japanse ogen. Het dagblad Trouw schreef: 'Het kind met de Japanse ogen vormt een belangrijke bijdrage aan het proces van herinnering en duiding van de koloniale tijd.' En: 'De grote verdienste van Baay's 'Het kind met de Japanse ogen' is dat het laat zien dat de verhalen uit die tijd nog lang niet allemaal verteld zijn. Pa Baay legde als ooggetuige een andere kijk op de geschiedenis vast, zijn zoon vertelt het complexe verhaal dat daarbij hoort.' Het boek stond op de longlist van de Libris Literatuur Prijs 2019 en was genomineerd voor de Halewijnprijs 2019 en de Reinaerttrofee.



De roman Het lied van de goden over het leven van een tot slaaf gemaakte jonge vrouw uit zuid-Sulawesi die in de 18e eeuw in Amsterdam terechtkomt, verscheen op 9 februari 2021. Enkele reacties in de pers: 'Het lied van de goden ademt een grote kennis van de mensenhandel in de Oost [...].'(Volkskrant). 'In Het lied van de goden wordt een relatief onderbelicht deel van de slavernij beschreven. Baay laat ook nog eens zien hoe belangrijk geschiedschrijving is.' (NRC Handelsblad). En: 'Het is het verhaal van Flora dat het boek omhoogtilt. Met haar slaagt Baay erin de tot slaaf gemaakte vrouwen die tegen hun zin werden meegenomen naar de Republiek een stem te geven.' (Trouw).


Op 5 maart 2024 verscheen het nieuwste boek van Reggie Baay: De contractarbeiders van Deli. Een literair non-fictie boek over een zoektocht naar een grootmoeder en het wrede koloniale systeem van contractarbeid, zoals dat in de eerste helft van de 20e eeuw nog functioneerde in Deli aan de oostkust van het eiland Sumatra in het voormalig Nederlands-Indië. Enkele dagen na de verschijning van het boek verscheen er al een recensie in het dagblad Trouw. Twee citaten: 

'Baay verwonderde zich in Daar werd wat gruwelijks verricht (2015) al over de focus van het Nederlandse Slavernijdebat op de voormalige West. Hij liet in dat boek overtuigend zien dat het in de Oost om veel meer mensen ging en dat de verschrikkingen niet minder waren. In De contractarbeiders van Deli haalt Baay de zwarte bladzijdes uit de geschiedenis nog dichterbij door op zoek te gaan naar de geschiednis van zijn eigen grootmoeder.' En: 'De kracht van het boek van Baay zit in de balans op meerdere fronten. De combinatie van het persoonlijke en de grote geschiedenis doet nergens krampachtig aan. Integendeel, de twee versterken elkaar. Bovendien laat de auteur zijn overduidelijke verontwaardiging en boosheid de geschiedschrijving nergens in de weg zitten. De feiten mogen spreken, in de hoop dat de verontwaardiging dit keer van blijvender aard is.' (Trouw, 9 maart 2024) 


© Reggie Baay 2024. Alle rechten voorbehouden


Header-foto Reggie Baay: Fjodor Buis


Zwart-wit foto Reggie Baay: Anouk van Helmond